Krin Rinsema
Biografie
Krin Rinsema (Meppel, 1947)
Het werk van Krin gaat over emoties, niet over emoties van anderen, maar over de turbulentie in zichzelf, die voortkomt uit de stroom van het leven. De mens heeft op de een of andere manier geleerd om haar emoties te beheersen en te beteugelen. Wij tonen onze gemoedsbewegingen niet graag op straat, in het openbaar. Het liefst verbergen we ze achter zonnebrillen of gesloten gordijnen. Geen vreemdeling, nee niemand mag weten dat wij huilen of liefde, rouw, trouw of ziekte. Wij 'gezonde' mensen zijn als onrijpe kastanjes aan de boom: maar ook wij zullen vallen. Krin heeft geen tijd om daarop te wachten. Ze zoekt naar motieven deels op die plaatsen waar mensen ongegeneerd en vrijelijk hun emoties tonen, juist omdat ze niet ander kunnen. Het is daarom dat een de ongetemde zee, zwakzinnige mensen, kinderen en zelfs de hond zon prominente plek in haar werk innemen. In een interview zei ze eens; "Toch heb ik niet voor niets psychologie gestudeerd, ik hoop dat het in mijn werk is terug te vinden. Lichaamstaal is voor mij een fascinatie. Een man met een 'zorgelijk' loopje kan mij boeien en met kwetsbaren voel ik mij verwant. Zelfverzekerde mensen kunnen mij gestolen worden." Voor Krin's etsen gebruikt zij aluminium offsetplaten die zij krijgt van de plaatselijke drukker. Na zes of zeven drukken is de plaat versleten. De drukken hebben iets unieks door die kleine oplage en door haar zeer directe manier van werken op de plaat: de droge naald in combinatie met een aantal rechtstreekse technieken. Voor haar schilderijen gebruikt zij afgedankte ziekenhuisgordijnen. Geen clean wit nieuw doek: dit heeft al een geschiedenis, een verhaal, een emotie. Krin drukt zich het beste uit in zwart, houtskool heeft haar voorkeur. Kleur leidt af, omdat het daar niet om gaat. Als een ware alchemist experimenteert Krin voortdurend met het combineren van verschillende technieken. Met als doel haar werk de juiste emotionaliteit te geven. Krins vader, kunstschilder Thijs Rinsema, (1877 - 1947) was met zijn broer, Evert Rinsema (1880 - 1958) schoenmaker in Drachten. Ze waren in de jaren 1918 - 1930 bevriend met de stijlschilder Theo van Doesburg en de dadaïst Kurt Schwitters. Het was door deze kunstenaars dat de wijze van schilderen van Thijs en Evert in een bepaalde richting werd gestuurd en zij begonnen zich te manifesteren als schilders in de traditie van Dada en De Stijl. De broers werden in kleine kring gerespecteerde kunstenaars, ontmoette andere bekende kunstenaars en verwierven prijzen met hun werk.